Gerelateerde onderwerpen
Inleiding
Delirium (soms acute confusional state genoemd) en dementie zijn de meest voorkomende oorzaken van cognitieve stoornissen, hoewel affectieve stoornissen (bijv. depressie) de cognitie ook kunnen verstoren. Delirium en dementie zijn aparte aandoeningen, maar zijn soms moeilijk te onderscheiden. Bij beide wordt de cognitie verstoord; echter, dementie treft vooral het geheugen, en delirium beïnvloedt vooral de aandacht.
Andere specifieke kenmerken helpen de twee aandoeningen te onderscheiden (zie Table 1). Delirium wordt meestal veroorzaakt door acute ziekte of geneesmiddelentoxiciteit (soms levensbedreigend) en is vaak reversibel. Dementie wordt meestal veroorzaakt door anatomische veranderingen in het brein, heeft een langzamer begin, en is over het algemeen irreversibel. Delirium ontwikkelt zich vaak bij patiënten met dementie. Het verwarren van delirium met dementie bij een oudere patiënt—een voorkomende klinische fout—dient vermeden te worden, vooral wanneer delirium wordt geplaatst op chronische dementie. Er is geen laboratoriumtest die definitief de oorzaak van een cognitieve stoornis kan vaststellen; een grondig geschiedenis- en lichamelijk onderzoek alsmede kennis van de baseline functie zijn essentieel.
Bron
- M. Donaghy. Brain's Diseases of the Nervous System. 12th edition. Oxford University Press (USA).
- J. Biller. Practical Neurology. 3rd edition 2008. Lippincott Williams & Wilkins.
- C. Clarke, R. Howard, M. Rossor, S.D. Shorvon. Neurology: A Queen Square Handbook. 1st edition 2009. Wiley-Blackwell.
